Opvolging

Na de operatieve ingreep en nabehandeling is een goede opvolging noodzakelijk. Deze opvolging gebeurt de eerste twee jaar om de drie maanden, de drie volgende jaren om de zes maanden en daarna jaarlijks. Als je chemotherapie kreeg, ga je afwisselend op controle-onderzoek bij de oncoloog en de gynaecoloog.

Een goede opvolging bestaat uit:

  • klinisch nazicht door de gynaecoloog/oncoloog
  • een bloedonderzoek
  • een jaarlijkse mammografie en echografie

Bij deze controles kan je rekenen op de nodige psychische ondersteuning door de borstverpleegkundigen en psychologe.

De systematische uitvoering van technische onderzoeken zoals een CT-scan van de longen/lever, een botscan of een biochemische tumormarkerbepaling worden alleen uitgevoerd bij klachten of een afwijkend klinisch onderzoek.

Hormoontherapie kan vaginaal bloedverlies veroorzaken en hiervoor wordt een gynaecologisch onderzoek met echografie uitgevoerd.

Bij ongerustheid kan steeds een tussentijdse afspraak ingepland worden. Hiervoor kan je contact opnemen met de borstverpleegkundige.