Preoperatief onderzoek
Wanneer een operatie moet plaatsvinden, zal dit op een veilige manier gebeuren. Bij sommige patiënten zijn hiervoor preoperatieve onderzoeken noodzakelijk. De aard van de onderzoeken wordt bepaald aan de hand van vastgelegde criteria zoals de ASA-classificatie, die de toestand van de patiënt aangeeft:
ASA I – Gezond persoon, zonder regelmatig medicatiegebruik.
ASA II – Patiënt met een lichte aandoening die al dan niet medicatie neemt en niet wordt beperkt in de normale activiteiten.
ASA III – Patiënt met een ernstige aandoening die medicatie neemt en beperkt wordt in de normale activiteiten.
ASA IV – Patiënt met ernstige preoperatieve gezondheidsproblemen.
ASA V – Patiënt met zeer ernstige preoperatieve gezondheidsproblemen.
Voorbeelden van preoperatieve onderzoeken zijn: een bloedonderzoek, een elektrocardiogram (EKG) en een longfoto.
De behandelende arts legt de datum van de operatie in samenspraak met de patiënt vast.
De patiënt krijgt nadien ofwel telefoon ofwel een mail van de anesthesieverpleegkundige. Zij zal met de patiënt het preoperatief dossier overlopen zodat de anesthesie veilig kan gebeuren. Afspraken over medicatiegebruik en nuchter zijn, worden duidelijk uitgelegd.
Bij patiënten met een verhoogd operatief risico wordt een raadpleging bij de anesthesist gepland.
Deze praktische zaken worden voor de patiënt geregeld door de borstverpleegkundige en de anesthesieverpleegkundige.