Stagingsonderzoeken

Bloedname

Met het bloedonderzoek wil de arts geïnformeerd worden over een heel aantal zaken zoals o.a. de functie van de lever en de nieren. Ook wordt er steeds een tumormerker (CA 15.3) bepaald. Heel vaak is deze tumormerker niet verhoogd bij de diagnose van borstkanker. We bepalen deze vooral omdat deze belangrijk zal zijn in de verdere opvolging.

Botscan

De arts vraagt een botscan aan om uitzaaiingen ter hoogte van de botten uit te sluiten. Tijdens deze scan wordt een lage dosis radioactieve stof ingespoten in een ader van de arm. Het duurt vervolgens 2 tot 3 uur voordat deze stof in de botten terecht komt.

Heel dikwijls ziet men op deze scan afwijkingen die geen uitzaaiingen zijn. Het gaat bv. om artrose of om een oude breuk ter hoogte van de ribben.

CT-scan van longen en bovenbuik

De scan van de longen en van de bovenbuik (CT thorax-abdomen) wordt aangevraagd om uitzaaiingen uit te sluiten. Meest frequent zien we uitzaaiingen ter hoogte van de longen of de lever, maar ook andere organen kunnen in zeldzame gevallen worden aangetast. Ook andere zaken, zoals bv. longafwijkingen, kunnen met deze scan worden opgespoord of toevallig ontdekt.

PET-scan

Een PET-scan behoort niet tot de standaard diagnostiek van borstkanker. Het is enkel in specifieke omstandigheden dat dit onderzoek door de arts wordt aangevraagd (bv. bij erg grote tumoren of indien de lymfeklieren sterk lijken aangetast te zijn).

Voor dit onderzoek wordt een kleine hoeveelheid zwak radioactieve stof (F18-gemerkt fluorodeoxyglucose of FDG) ingespoten. De stof verspreidt zich in het lichaam en wordt vooral opgenomen in zones met een verhoogde stofwisseling.

Het lichaam wordt gescand en de straling van de radioactieve deeltjes wordt getoond op een computerscherm. Dat geeft een gedetailleerd beeld van de zones met een verhoogde stofwisseling. De meeste kankercellen hebben een verhoogde stofwisseling en verbruiken veel suiker. Is een verhoogde suikeropname zichtbaar op een PET-scan, dan kan dat duiden op tumorweefsel, maar het kan soms ook te wijten zijn aan infecties of ontstekingen.